Iets over kabelverliezen

Menu
P
De verliezen in een 75 ohm coaxkabel zijn lager dan in een 50 ohm coaxkabel. Vermogen is spanning maal stroom. Bij een hoge impedantie behoort een hoge spanning en een lage stroom wat dit verschijnsel verklaart.
 

Verliezen zijn in drie groeperingen uit te splitsen:

  1. Ohmse verliezen
  2. Dialectische verliezen
  3. Stralingsverliezen.
 

Ohmse verliezen:

Ohmse verliezen zijn met een ohm meter te meten wanneer deze de kleine waardes kan meten.
 

Dialectische verliezen:

Het is niet zo dat de energie bij een coaxkabel er bij de binnenkern “instroomt” en via de buitenmantel “er weer uit komt”. De energie verplaatst zich in energievelden rond de binnengeleider dus tussen de binnengeleider en de buitenmantel. Het materiaal wat zich tussen de kern en de buitenmantel bevindt is belangrijk. Goede isolators zijn droge lucht en teflon. In de vijftiger jaren heeft men reeds een coaxkabel gemaakt met alleen een binnenkern dus zonder buitenmantel. Dit is de z.g. “G lijn”.
 

Stralingsverliezen.

Deze treden op wanneer de coaxkabel niet in zijn karakteristieke impedantie ( 50 ohm of 75 ohm) wordt afgesloten en er reflecties ontstaan. Bij juist gebruik van de coaxkabel zal deze niet stralen en zijn de verhalen dat gebruik van (aluminium!) folie in de buitenmantel of een dubbele buitenmantel  lagere verliezen zouden betekenen, een sprookje.
 

Reflecties:

Wanneer de coaxkabel niet in zijn karakteristieke impedantie wordt afgesloten zal een gedeelte van de energie aan het einde van de kabel gereflecteerd worden. Deze reflectie, ook wel “staande golven” genoemd, komen 180 graden in fase gedraaid terug. Wanneer deze bij het beginpunt aankomen, heeft deze 2 maal de lengte van de coaxkabel afgelegd dus is er een looptijdverschil met wat de kabel in ging. Bij digitale signalen komen deze gereflecteerde signalen in een ander tijdsdomein wat ernstige verstoring tot gevolg heeft. Bij analoge signalen zagen we als gevolg de dubbele letters in de ondertiteling.
Bij het beginpunt wordt de gereflecteerde energie weer gereflecteerd. Dit heen en weer “bouncen” blijft net zo lang doorgaan totdat de reflectie door de kabelverliezen is uitgedoofd.
 

Demping of kabelverliezen.

Deze wordt door de fabrikant altijd opgegeven bij juiste afsluiting. Wanneer er reflecties ontstaan zullen de verliezen schrikbarend toenemen. Wanneer men impedantie gaat transformeren d.m.v. “wederzijdse reflectie” neem dan extreem verliesvrije coax.
 
 
Coax-3, coax-6 en coax-12 hebben hun naam te danken aan het verlies wat de kabel heeft op 230Mhz. Als voorbeeld; Bij coax-12 is dit dus12dB per 100 meter op 230Mhz.
 
 
Wanneer de frequentie verviervoudigd, verdubbelt het verlies. Coax-12 heeft op circa 800Mhz een verlies van 24dB per 100 meter.
Met signalen in de VHF band werken we bij coax-12 met 12dB per 100meter en op UHF met 24dB per 100 meter aan verlies. Bij de andere coaxen gaat het op de zelfde wijze.
 
 
Op of aanmerkingen over deze uitleg vernemen wij graag via onze mail.